Het drieslagmodel

Gepubliceerd op 3 juli 2024 om 16:14

Hoe help je kinderen die moeite hebben met rekenen verder? Automatiseren? Herhalen? Goede strategieën aanleren? Ja ook, maar niet als de basis niet op orde is. En de basis is een context. Je rekent niet zomaar 5 - 3 uit. Waarom zou je? Je rekent uit dat er eerst 5 koekjes waren en dat je er drie hebt opgegeten en dat je er nu dus nog 2 hebt. Of dat je eerst 5 euro had en iets voor drie euro hebt gekocht. Als je niet weet dat die getallen ergens voor staan, dan kun je alleen sommen uit je hoofd leren en trucjes toepassen. Begrip komt er niet en zo loop je uiteindelijk vast.

 

Als we het hebben over "basisvaardigheden" dan bedoelen we daarmee de vaardigheden die je nodig hebt om als volwassene volwaardig mee te doen in de maatschappij. Functionele gecijferdheid is daar een onderdeel van. Dat is niet alleen rekenen. Dat is betekenisvol rekenen. De situatie goed begrjipen, de juiste informatie verzamelen, daar een som mee maken en op basis van die uitkomst tot een verstandige handeling komen.  Bijvoorbeeld als je moet besluiten of je dit jaar wel of niet op vakantie kan. 

 

De context begrijpen is dus een voorwaarde om tot goed rekenen te komen en verhaaltjes- en contextsommen bieden die context. Met de klas een taart bakken of een feest organiseren ook. Handelen is heel waardevol. Maar natuurlijk niet in alle gevallen reëel in een klas. Toch vinden heel veel leerlingen juist die context- en redactiesommen ontzettend lastig. Het lezen is moeilijk, het verwerken van de informatie tot een "plaatje" in het hoofd is moeilijk, de goede bewerking kiezen ook. En dan kan het natuurlijk ook nog mis gaan bij het uitrekenen van de som zelf. Er moeten veel vaardigheden bij elkaar komen.

 

Het drieslagmodel ( ontwikkeld door Mieke Groenestijn) helpt jou, als onderwijsprofessional, te zien waar je leerling nu op vastloopt en op welk stukje je je hulp dus zal moeten toespitsen.

Het model spreekt voor zich denk ik. Waar gaat het nu vaak mis?

  1. De context is niet duidelijk. De leerling kan zich geen beeld vormen bij de situatie als gevolg van onvoldoende (reken)woordenschat of, gewoon, door niet goed te lezen. 
  2. Het plannen lukt niet. Dat kan komen doordat de context niet duidelijk is, er informatie over het hoofd wordt gezien of doordat het kind niet goed weet welke bewerking bij welke situatie past. 
  3. De leerling kiest de verkeerde bewerking. Dat kan een gevolg zijn van een planningsfout denk aan: overschrijf fouten, het gebruiken van de verkeerde éénheid, verkeerde bewerking, een deel van de informatie niet meegenomen etc.
  4. Het uitrekenen van de som gaat mis. 
  5. De oplossing is niet juist. Dat kan dus het gevolg zijn van elk van de voorgaande stappen.
  6. De leerling reflecteert niet of niet goed. Een onjuiste oplossing had hier aan het licht kunnen komen maar dat gebeurt niet. 

 

Ontdekken waar het mis gaat doe je door te observeren , een diagnostisch gesprek te voeren of door je leerling de stappen te laten noteren in het stappenplan.

 

In een volgende blog ga ik in op de hulp die je kunt bieden bij de verschillende soorten fouten. 

 

Wil je meer leren over dit onderwerp en je eigen rugzak vullen met nieuwe kennis en tools om je leerlingen verder te helpen met het maken van redactiesommen? Dan is de training: "Redactiesommen Stap voor Stap voor Onderwijsprofessionals" Redactiesommen Stap voor Stap voor Onderwijsprofessionals wellicht voor jou. 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.