"Ik had het het eerst"
Dana van 8 jaar zit heerlijk te spelen met haar Barbies als haar zusje Jasmijn bij haar komt staan. Jasmijn is pas 4 en kijkt gefascineerd naar het spel van haar grote zus. Dana wil echter niks van haar zusje weten-dat ze daar staat irriteert haar zelfs. Dat komt omdat Dana dit vaker mee heeft gemaakt en ze al precies weet hoe dit verder gaat.
Als Jasmijn voorzichtig een pop van de grond pakt reageert Dana dan ook met een boos :"Blijf af, geef mijn Barbie terug". Jasmijn begint te huilen waarop hun moeder zuchtend de kamer binnen komt...: "Dana...hoe vaak moet ik het nog zeggen...doe toch eens niet zo flauw en laat je zusje ook meespelen..."
Hoe graag we ook willen, delen en sociaal gedrag kun je niet afdwingen. Dana gaat op deze manier haar zusje echt niet aardiger vinden en zij gaat zeker niet vaker spontaan haar speelgoed delen. Als hun moeder trouwens een andere keuze had gemaakt - door tegen Jasmijn te zeggen dat de Barbies nou eenmaal van Dana zijn en Jasmijn er dus van af moet blijven- was het ook niet goed afgelopen. Dan was Jasmijn boos geworden op haar zus. En de Barbie's helemaal afpakken had alleen maar geleid tot twee boze dametjes, die geen van beiden geneigd zullen zijn de ander meer te gunnen of vaker hun speelgoed te delen.
Hoe leer je je kinderen dan wel delen en meer rekening te houden met een ander? Hier volgen een aantal tips:
1. Laat je kind zijn gevoelens uiten.
Het is niet altijd leuk om je speelgoed te moeten delen of om onderbroken te worden in je spel. Altijd rekening moeten houden met een ander kan best vervelend zijn. Je kind verplichten om altijd "zin" te hebben om samen te spelen, elkaar lief te vinden en negatieve gevoelens die je kind eventueel heeft af te keuren of zelfs bestraffen, maakt de wrok alleen maar groter. Laat je kind merken dat je begrijpt dat het soms best lastig kan zijn om je speelgoed te moeten delen. Bied je kind de ruimte om die gevoelens te uiten op een gezonde manier. Door het aan jou te vertellen, er over te tekenen of door het op te schrijven. Het is "ok" dat je kind zich zo voelt, het hoeft zich daar niet voor te schamen. Zo voelt je kind zich begrepen en dat neemt alvast een heleboel spanning en negativiteit weg.
2. Laat ze zelf een oplossing bedenken.
Als het ook maar even gaat laat kinderen dan zelf een oplossing bedenken. Daar leren ze het meest van en het voorkomt dat jij partij moet kiezen. Je kunt bijvoorbeeld iets zeggen in de trant van: "Tjé...dat is een probleem, twee meiden die allebei graag met de Barbies willen spelen. Ik ben benieuwd hoe jullie dat gaan oplossen. Laat je het me weten als jullie er samen uit zijn?"
Alleen als ze er op die manier niet uitkomen kun je besluiten om het speelgoed tijdelijk even in bewaring te nemen, totdat ze samen een oplossing bedacht hebben.
3. Zorg voor heldere regels en afspraken.
Buiten het gezin zal je kind moeten leren om altijd eerst te vragen of het ergens mee mag spelen. Dat voorkomt veel ruzie en verdriet. Ook al zijn jullie er binnenshuis gemakkelijker in- leer je kind dat als het in de zandbak met het emmertje van een ander wil spelen het eerst moeten vragen of dat mag.
Binnen het gezin kan dat een wat "vermoeiende" afspraak zijn. Sommige gezinnen kiezen er voor dat binnenshuis iedereen overal mee mag spelen. Op een paar speciale dingen na, die zijn zo duur, bijzonder of nieuw, die zijn niet voor iedereen. Om daar mee te mogen spelen moet je het eerst aan de eigenaar vragen. En dan mag er "nee" gezegd worden. Voorbeelden hiervan zijn, de i-pad van mama, net nieuw speelgoed, of de mooie nieuwe stiften waar het broertje of zusje echt nog te klein voor is. Om te voorkomen dat gaandeweg het hele huis en al het speelgoed onder het "speciale speelgoed" komt te vallen, kun je er voor kiezen ieder kind een eigen bak of la te geven waar zij het speelgoed dat ze niet willen delen in bewaren. Als de bak te vol wordt kunnen jullie samen eens kijken welk speelgoed er inmiddels uit kan.
Reactie plaatsen
Reacties