Wat is eigenlijk een goede werkhouding?

Gepubliceerd op 12 januari 2022 om 15:36

Bijna alle kinderen krijgen er een cijfer voor op hun rapport. Maar wat wordt er nu precies bedoeld met een 'goede werkhouding'. Eigenlijk is het een verzamelbegrip voor een heleboel vaardigheden en eigenschappen, die samen maken dat je kind zelfstandig zijn werk kan maken. Om bijvoorbeeld rekensommen te kunnen maken moet je kind voor, tijdens en na het werken dingen doen en laten om tot een goed resultaat te komen en er wat van op te steken. Want dat is natuurlijk uiteindelijk het doel. Dat je kind wat leert door het maken van de sommen. Welke eigenschappen en vaardigheden je kind hierbij helpen leg ik hier onder uit.

Voor je aan het werk gaat.

Een goede werkhouding begint ruim voor je kind ook daadwerkelijk aan de slag gaat. Het begint met het luisteren naar de opdracht en de uitleg van de leerkracht. Voor je een opdracht kunt maken moet je immers weten wat je precies moet doen, welke opdracht je moet maken, en je moet de lesstof begrijpen. Om dat goed te kunnen doen, moet je kind al een heleboel kunnen. Het moet zelf stil kunnen zijn. Zich kunnen concentreren op het verhaal van de leerkracht en dit volhouden, zonder zich af te laten leiden door geluiden of iets interessants wat te zien is binnen of buiten het lokaal. Het moet meedenken met de leerkracht en controleren of het nog begrijpt wat de leerkracht zegt. Als je kind het niet meer begrijpt dan is het belangrijk dat het zijn vinger durft op te steken en een vraag durft te stellen.

Wil je meer van dit soort artikelen lezen? geef je hier op en ontvang de volgende rechtstreeks in je mailbox, zodra deze verschijnt.

 

Tijdens het werken.

Om echt te kunnen beginnen met het werk moet je kind eerst zorgen dat het ook werkelijk kan gaan starten. Het moet daarvoor zorgen dat het de goede spullen klaar legt, zonder zich af te laten leiden door de andere spullen in zijn laatje. Daarna moet je kind een plan maken. Hoe zal het de opdracht eens aanpakken. Met kladpapier? Of liever uit het hoofd? Bovenaan beginnen en alle opdrachten één voor één afwerken? Of liever beginnen met de makkelijke sommen die je zeker weten snel kan maken? Het zijn allemaal beslissingen die een kind moet nemen voor het aan de slag kan. Tijdens het werken moet het ook weer zorgen dat het zich niet laat afleiden en ook anderen niet afleidt. En als je kind een probleem tegenkomt tijdens het maken van het werk- de som is te moeilijk, of het potlood breekt een punt- dan moet je kind bedenken hoe het dat gaat oplossen. Soms zal het daar hulp bij nodig hebben van de leerkracht, maar wat nu als de leerkracht al bezig is een ander kind te helpen? Ook dan moet het besluiten wat het nu het beste kan doen. Tegelijkertijd moet het zijn werktempo in de gaten houden, want de opdracht moet natuurlijk wel op tijd af. En tot slot moet je kind ook hier niet bang zijn om fouten te maken en kunnen volhouden en doorzetten als het moeilijk wordt.

 

Na het werken.

Als het werk klaar is, is het leren nog niet klaar. In de eerste plaats moet je kind zijn werk controleren. Kijken of echt alle opdrachten zijn gemaakt en kritisch kijken of het allemaal echt wel goed is gegaan. Dan moet het weten wat er nu  met het werk moet gebeuren. Inleveren of zelf nakijken? En je kind moet proberen te leren van de fouten die gemaakt zijn. Wat ging er mis en hoe kan dat de volgende keer beter? En dan moet je kind kunnen schakelen naar een volgende taak, want het is vast niet de bedoeling dat als het werk klaar is, je kind uit het raam gaat zitten staren. Het zal volgens de klassenafspraken een volgende opdracht moeten gaan uitvoeren, ook weer zonder een ander te storen.

 

Dat is best heel veel om allemaal te kunnen en aan te denken. Het is dan ook helemaal niet gek dat de meeste kinderen dat niet zo maar vanzelf allemaal kunnen. Dat is een leerproces door de schooljaren heen. En soms heeft een kind hier een beetje hulp bij nodig.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.