Niks zo gevaarlijk als een basisschoolleerling met een markeerstift. Nou niet helemaal, maar je ziet voor je wat er bij een goed deel van de leerlingen gebeurt. Markeren met zo'n stift is gewoon te leuk. En voor je het weet is de hele bladzijde fluor-roze of gierend-geel. Dat moet dus anders.
Bij het zoeken van informatie uit de tekst zijn er een aantal zaken waar je leerling zich bewust van moet zijn.
- Niet elk getal is ook rekeninformatie. Als je moet uitrekenen hoeveel kinderen in groep 4 een bril hebben, dan is het cijfer 4 niet relevant voor je som.
- Woorden kunnen wel relevant zijn voor je som. "de helft, per persoon, elk tiende pakketje, de één na laatste, gisteren enz."
- In welke éénheid staat je informatie en is die hetzelfde als waar je antwoord in moet geven? Denk hier aan maateenheden, munten/biljetten, kinderen, pakken enz.
Ik laat die informatie noteren. In een ruitjesschrift of op het Stappenplan Redactiesommen. De informatie wordt zo beter verwerkt dan wanneer deze alleen aangestreept is. Ik laat dit ook precies doen, met een kloppende notatie, waarbij van elk getal wordt opgeschreven waar het getal voor staat. Dit mag verkort- het hoeven geen volzinnen te zijn uiteraard- maar het moet wel duidelijk zijn wat elk getal betekent.
Bij een som als:
In een pak printer papier zitten 200 blaadjes. Sam heeft 600 blaadjes nodig. Een pak kost €8,00. Hoeveel moet Sam betalen?
Noteren leerlingen zo:
1 pak 200 blaadjes
600 blaadjes nodig
€8,00 prijs per pak
Belangrijk is dat duidelijk is wat de functie van het cijfer, getal of woord is. Vaak gaat dan de volgende stap - het bedenken van de bewerkingen- een stuk makkelijker en soms zelfs vanzelf.
Reactie plaatsen
Reacties