Hoe leert je kind spellen?

Gepubliceerd op 12 januari 2022 om 16:07

Spellen in het Nederlands is nog best lastig. Ook veel volwassenen blijven hier moeite mee houden. Er zijn ook zoveel regels en uitzonderingen op die regels. En ook als je denkt dat je ze allemaal kent en overal aan gedacht hebt, dan is een foutje nog zo gemaakt. Hoe leert je kind al die regels kennen en toepassen op de basisschool?

Veranderlijke- en onveranderlijke woorden

Veranderlijke woorden zijn eigenlijk de werkwoorden en al hun vervoegingen. Deze leert je kind in de bovenbouw. De onveranderlijke woorden zijn alle andere woorden, de woorden die je altijd in elke situatie hetzelfde schrijft. In groep 3 begint je kind met het leren schrijven van deze woorden.

Spellingcategorieën

Die onveranderlijke woorden zijn vervolgens verdeeld in spellingcategorieën. Elke spellingcategorie staat voor een bepaalde spellingregel. In één categorie zitten bijvoorbeeld de woorden met -aai, -ooi en -oei en in een andere categorie zitten alle woorden die je aan het eind met een -d schrijft omdat zij in het meervoud ook met een -d geschreven worden zoals: hand, mond en paard. Het aantal spellingcategorieën is per methode verschillend, het hangt een beetje af van de keuzes die de makers van de methode hebben gemaakt. Maar het aantal kan behoorlijk oplopen van 30 tot wel 100 categorieën.

Klank- of luisterwoorden

Om al die spellingregels te kunnen onthouden en ordenen zijn de onveranderlijke woorden in drie hoofdgroepen onderverdeeld. Bij de spellingles wordt aan kinderen geleerd om zich eerst af te vragen in welke hoofdgroep dit woord thuis hoort. Elke methode gebruikt hiervoor zijn eigen naam. Ik gebruik hier de algemene benamingen. De eerste groep zijn de klank- of luisterwoorden. Dit zijn de woorden die je schrijft zoals je ze zegt. Ze worden ook wel de klankzuivere woorden genoemd. Voorbeelden hier van zijn: taart, boom, sok en rits. Aan het begin van groep 3 leert je kind eerst deze woorden te schrijven. Eerst de woorden met maar drie klanken, zoals sok en later in het jaar bijvoorbeeld schoen. Later wordt dit uitgebreid met steeds langere woorden, zoals sterk of voetbal.

Heeft je kind  moeite met het toepassen of onthouden van de spellingregels? Moment voor Kinderen heeft een fijn en gestructureerd programma om kinderen alsnog te leren spellen. Je kunt contact opnemen om de mogelijkheden te bespreken.

Regelwoorden

De tweede hoofdgroep zijn de regelwoorden. Dit zijn woorden waarvan je weet hoe je ze moet schrijven op basis van een spellingregel. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de woorden waarmee je bezit aangeeft. Hierbij schrijf je meestal een 's' achteraan naam behalve als het woord al eindigt op een 's', dan schrijf je aan apostrof. Het is namelijk: Piets bal en Roos' appel. En zo zijn er nog tientallen verschillende regels te benoemen.

Weetwoorden

En tot slot is er nog de groep woorden waarvan je gewoon uit je hoofd moet weten hoe je ze spelt. Zoals de woorden met een korte of een lange ei. Dat moet je gewoon weten. Hier worden vaak ezelsbruggetjes gebruikt zoals het ei - of het au -verhaal. Dit zijn verhalen waarvan alle woorden die erin voorkomen met de ei of au worden geschreven. Een voorbeeld hiervan vind je in dit filmpje.

 

Op deze manier is het leren spellen opgebouwd. Wil je graag een overzicht van een indeling van de spellingcategorieën? Dan kun je bijvoorbeeld op http://cito-spellingcategorieen.yurls.net/nl/page/ kijken. Hier vind je een uitgebreid overzicht met uitleg.

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.